VERKEER EN ONTSLUITING
Uitleg in 15 pagina’s; [01] [02] [03] [04] [05] [06] [07] [08] [09] [10] [11] [12] [13] [14] [15] © [⊲⊲] [04] [⊳⊳]
De sporen en het tram tracé zijn ongemoeid gelaten, die functioneren zelfstandig.
De auto en de bus gebruiken de dubbele rijbanen, die zijn voorzien van drie lussen, ver uit elkaar, twee voor het parkeren en een voor het busverkeer. De taxi’s parkeren kort langs het plein. Het busstation is een “lus” met perrons.
Fietsers rijden over het plein, door het busstation en gebruiken de kruispunten.
Voetgangers gebruiken het plein, met een centraal oversteekpunt naar de binnenstad.